Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AE0140

Datum uitspraak2001-06-25
Datum gepubliceerd2004-10-12
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers2200200700
Statusgepubliceerd


Indicatie

Doodslag. Slachtoffer met mes gestoken.
Verwerping verweer strekkende tot bewijsuitsluiting.
7 jaar gevangenisstraf.


Uitspraak

Rolnummer 2200200700 parketnummer 0975411000 datum uitspraak 25 juni 2001 tegenspraak GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE meervoudige kamer voor strafzaken ARREST gewezen op het hoger beroep, ingesteld door de verdachte tegen het vonnis van de arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 8 augustus 2000 inde strafzaak tegen [verdachte], geboren te '[plaats] op [...] 1956, thans gedetineerd in de penitentiaire inrichtingen "De IJssel" te Krimpen aan den IJssel. 1. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 11 juni 2001. 2. Tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, zoals ter terechtzitting in eerste aanleg op vordering van de officier van justitie gewijzigd. Van de dagvaarding en van de vordering wijziging tenlastelegging zijn kopieën gevoegd in dit arrest. 3. Beoordeling van het vonnis Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof zich daarmee niet verenigt. 4. Vrijspraak Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair is tenlastegelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken. 5. Bewezenverklaring Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan op de wijze als is vermeld in de hierna ingevoegde bijlage die van dit arrest deel uitmaakt. Bijlage: Subsidiair, Hij 18 april 2000 te ’s-Gravenhage opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet met een mes die [slachtoffer] in de borst gestoken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden; Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging. 6. Bewijsvoering Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en Omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest met de bewijsmiddelen vereist in een aan dit arrest gehechte bijlage worden opgenomen. De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat de verklaring(en) van [getuige] niet voor het bewijs gebruikt mogen worden, omdat zij - naar de mening van de verdediging - tegenstrijdig heeft verklaard, zij spreekt slechts over één steekbeweging. Het hof verwerpt dit verweer. Het hof is van oordeel dat de verklaringen van [getuige] op essentiële punten consistent zijn en op de onderdelen waarover ook anderen hebben verklaard, te rijmen zijn met de venIaringen van die anderen. Dat zij één steekbeweging heeft gezien, wil naar het oordeel van het hof niet zeggen dat de steek die zij niet heeft gezien, niet door de verdachte is gegeven; niets wijst immers op de aanwezigheid van een ander bij de steekpartij. Tenslotte heeft het hof uit eigen waarneming vastgesteld dat de golvende beweging die de getuige maakte bij het beschrijven van de messteek niet strijdig is met haar uitlatingen daarover. 7. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezenverklaarde levert op: Subsidiair: Doodslag. 8. Strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. 9. Strafmotivering De verdachte is in eerste aanleg terzake van doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar, met aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte terzake van moord zal worden vrijgesproken en terzake van doodslag zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar, met aftrek van voorarrest, met beslissingen omtrent de inbeslaggenomen goederen. Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit, doodslag, en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft tijdens een ruzie het slachtoffer met een mes in het hart getroffen. Als gevolg hiervan is het slachtoffer overleden. Een delict rechtsorde gereageerd als het bewezenverklaarde draagt een voor de schokkend karakter. Daarop kan niet anders worden dan met een vrijheidsstraf van aanmerkelijke duur. 10. Beslag Het inbeslaggenomen voorwerp, te weten een mes groot, dient te worden verbeurd verklaard, aangezien met dat voorwerp het feit is begaan. Bij de vaststelling van de bijkomende straf van verbeurdverklaring is rekening gehouden met de draagkracht van verdachte. Ten aanzien van de overige inbeslaggenomen voorwerpen behoort te worden beslist als hierna zal worden aangegeven. 11. Toepasselijke wettelijke voorschriften Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a en 287 van het Wetboek van Strafrecht. 12. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht. Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verklaart bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat het bewezenverklaarde het hierboven vermelde strafbare feit oplevert. Verklaart de verdachte te dier zake strafbaar. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van ZEVEN JAAR. Bepaalt dat de tijd door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht. Verklaart een groot mes verbeurd. Gelast de teruggave van: . 1 paar schoenen, merk Asics; . 1 paar schoenen, merk Nike "max"; . 1 trainingsjack; . 1 trainingsjack grijs; . 1 trainingsbroek; . 1 trainingsbroek; . trainingsbroek en trainingsjack "lichtblauw"; . blauwe trui (sweater); . zwarte trainingsbroek; . 1 paar witte sokken; . trainingsjack zwart wit geblokt; . donkerblauw short; . groen zwart jack; . 1 paar bruin/zwarte bergschoenen; . 1 mes klein; . 1 mes, aan de verdachte. Dit arrest is gewezen door mrs Koning, Van Emde Boas en Zandbergen, in bijzijn van de griffier Van der Mark. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 juni 2001.